Introvert en extravert
- Posted by Nel Muller-Beckers
- On 16/07/2017
Help, ik ben introvert
Er is een ruim aanbod van cursussen met titels als “leren omgaan met je introversie”, ‘hoe word ik extravert’ of ‘cursus voor introverte mensen’. Daarnaast zien we hoe langer hoe meer personeelsadvertenties waarin mensen gevraagd worden te solliciteren, die extravert zijn. Het ligt voor de hand om dan te denken dat introversie een psychische aandoening is, die met wat hulp verholpen kan worden, zodat voldaan kan worden aan de norm van deze tijd: extraversie is het ideaal. En geen wonder dan dat introverte mensen ook aan dit ideaalbeeld willen voldoen, al is het maar een beetje. Helaas zal ze dat nauwelijks lukken.
Hoewel de definities van ‘introversie’ en ‘extraversie’ door de jaren wel aan verandering onderhevig geweest zijn en nog steeds bijgesteld worden, is het echter van meet af aan duidelijk geweest dat het bij introversie niet gaat om een psychische aandoening, maar om een beschrijving van een persoonlijkheidskenmerk. Carl Jung (psychiater/psycholoog 1875-1961) maakte als eerste een onderscheid tussen extravert en introvert. Volgens hem is niemand het een of het ander. Iedereen bevindt zich ergens op de schaal tussen de twee uitersten.
Sinds Jung hebben vele psychologen zich beziggehouden met onderzoek naar introverte en extraverte mensen, waaronder onderzoek met hersenscans, waardoor de kennis is toegenomen. Susan Cain * stelt dat de moderne Westerse cultuur de kenmerken en mogelijkheden van introverte mensen onderwaardeert, terwijl een derde van de wereldbevolking introvert is. Ze zet zich schrap tegen het extraversie ideaal en stelt dat introversie geen tweederangs persoonlijkheidskenmerk is, dat het midden houdt tussen een teleurstelling en een ziektebeeld. Ze heeft diverse onderzoeken naar extraversie en introversie bestudeerd en trekt een aantal conclusies.
Zo blijkt dat introverte mensen niet alleen houden van situaties waarin ze alleen zijn of met een ander persoon, ze krijgen er ook energie van. Extraverte mensen daarentegen krijgen energie als ze in gezelschap zijn. Introverte en extraverte mensen hebben verschillende hoeveelheden prikkels nodig om goed te kunnen functioneren. De hersenen van introverte mensen worden sneller gestimuleerd dan het brein van extraverte mensen. Ze hebben niet een heel gezelschap nodig om zich prettig te voelen. Ze hebben ook minder behoefte hebben aan spanning, riskant gedrag en verrassing dan dat extraverte mensen dat hebben. Ze verwerken informatie op een andere manier dan extraverten, hetgeen gevolgen heeft voor plannen, herinneren en problemen oplossen. Dit kunnen ze beter dan extraverte mensen, die informatie oppervlakkiger verwerken, maar daardoor wel meer prikkels kunnen verdragen.
Introverte mensen functioneren dan ook anders op hun werk dan extraverte mensen. Extraverten nemen bijvoorbeeld snel beslissingen, durven sneller risico’s te nemen, houden van werk gerelateerde uitjes en feestjes en genieten van rijkdom en status. Introverten gaan trager te werk, ze beschikken over een immens concentratievermogen, kunnen goed hoofd- van bijzaken onderscheiden, vermijden als het even kan bedrijfsfeestjes en zijn doorgaans immuun voor roem en status.
Extraverten denken hardop, praten graag en zijn graag in gezelschap. Introverten luisteren graag, overwegen hun woorden goed en kunnen dagen lang alleen werken.
Conclusie
Uit het bovenstaande zijn twee conclusies te trekken.
Ten eerste betekent het dat introverte mensen niet geleerd kan worden extravert te zijn. Het gaat om een persoonlijkheidskenmerk. Ze kunnen hun gedrag wellicht iets bijstellen en kortdurend extravert gedrag vertonen, maar ze blijven introvert. Hetzelfde geldt omgekeerd voor extraverte mensen. Dus cursussen schaven hooguit een beetje aan de buitenkant.
Ten tweede is duidelijk dat zowel extraverte als introverte mensen eigenschappen bezitten die in bepaalde situaties uiterst waardevol zijn. Hieruit volgt dat bepaalde functies beter vervuld kunnen worden door min of meer extraverte – en andere functies door min of meer introverte kandidaten. En tegenwoordig, nu onze kennis steeds meer via het internet komt en gedeeld wordt, zijn er veel functies uitermate geschikt voor introverte mensen.
Werkgevers
Werkgevers zouden er hun voordeel mee kunnen doen zich dit te realiseren en hun vacatures, maar ook hun aansturing en begeleiding van werknemers hierop af te stellen. Introverte werknemers hebben een andere benadering nodig dan extraverten om prettig te kunnen functioneren. Maar een mix van introverte en extraverte werknemers, die elkaar kunnen aanvullen, kan een bedrijf extra sterk maken. En dan is de extravert niet beter dan de introvert, maar anders.
*Susan Cain (2014), Stil. Amsterdam, De Arbeiderspers
■ Nel Beckers-Muller