Buikgevoel…
- Posted by John Muller
- On 14/07/2010
“Ik ga uit van mijn buikgevoel”
Ook in de managementwereld hoor je dit soort uitspraken tegenwoordig regelmatig. Op alle niveaus en als antwoord op diverse dilemma’s. Wat is dat eigenlijk, een “buikgevoel”? Het gaat hier om iets dat moeilijk te omschrijven is. Het is een gevoel, waarover mensen niet verder nadenken of hoeven na te denken, maar dat ze gebruiken om beslissingen te nemen of te rechtvaardigen.
Maar is dit zo, is een “buikgevoel” iets geheel zelfstandigs, is een “buikgevoel” het tegenovergestelde van het “verstand”? En kun je zonder meer op je “buikgevoel” vertrouwen als het gaat om grote beslissingen?
De toonaangevende psychologische stromingen van de laatste decennia zijn vrijwel allemaal gebaseerd op de cognitieve psychologie. Vanuit deze achtergrond worden gevoelens in vier hoofdgroepen verdeeld: boosheid, blijdschap, angst en verdriet. Deze gevoelens worden niet als losstaande entiteiten gezien. Gevoelens worden gegenereerd door gedachten en gevoelens maken, evenals onze gedachten (verstand of ratio) deel uit van ons psychisch functioneren, uiteindelijk uitmondend in ons gedrag. Gevoel en gedachten worden gezien als onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zie ook onderstaand figuur.
Uitgaande van dit principe heeft een “buikgevoel” altijd een relatie met tenminste één van de vier hoofdgroepen van het gevoel. Vaak zal het gaan om boosheid of angst. En ook een “buikgevoel” zal dus gegenereerd worden door gedachten. En deze gedachten zijn vaak weer samengesteld uit jarenlang opgebouwde ervaringen. En ze horen al zo lang bij ons dat het moeilijk is om vast te stellen om welke gedachten en ervaringen het gaat. Ze zijn vaak op een minder bewust niveau aanwezig en sturen onze gevoelens.
Maar let op, we moeten wel rekening houden met het volgende. Zoals de cognitieve psychologie ons leert: gedachten kunnen reëel zijn, dus kloppen. Of irreëel, gestoeld op onjuiste veronderstellingen, en dus niet kloppen. In onze gedachten kunnen in de loop der tijd bijvoorbeeld vooroordelen geslopen zijn zonder dat we daar erg in hebben. Gevoelens op zich kunnen nooit fout zijn, maar gevoelens kunnen wel gebaseerd zijn op gedachten, die irreëel zijn. En op basis van die irreële gedachten krijgen we dan een bepaald gevoel, dat ons aanzet tot gedrag. En dat gedrag heeft weer gevolgen.
Een voorbeeld: Ik wacht al een week op een reactie van mijn CEO op het ingediende projectvoorstel. Als ik dan denk dat mijn CEO mij niet waardeert kan ik daar verdrietig of boos om worden. Als gevolg hiervan kan ik mij voornemen nog harder te gaan werken om door hem gezien te worden. Als ik niet uitkijk kan ik uiteindelijk overwerkt raken. En bereik ik mijn doel? Ervaar ik dat mijn baas mij waardeert? Of is mijn oorspronkelijke gevoel gebaseerd op een foute gedachte en kan het zo zijn dat mijn baas mij wel waardeert, maar dit op een manier doet die ik niet herken? Met andere woorden: is mijn oorspronkelijke gedachte wel reëel? (insert image).
Is het dan wel zo verstandig als manager zonder meer te acteren op basis van het buikgevoel?
Negeren van dit buikgevoel is in elk geval niet verstandig. Het dient als signaalfunctie, een functie die serieus genomen moet worden. Maar waar verwijst het signaal naar? Heeft het te maken met bijvoorbeeld boosheid, angst? En waarop is deze angst of boosheid dan gebaseerd? Welke ervaringen, gedachten gaan eronder schuil. Kloppen deze gedachten?
Dit is een noodzakelijke dan wel zeer wenselijke reflectie alvorens tot actie over te gaan. ■ John Muller 2010.